Made in Vietnam

gepubliceerd 10-02-2015 09:06, Laatste wijziging: 10-02-2015 09:06
De snelgroeiende kledingindustrie in Vietnam is een van de grootste industrieën van het land. De ruim 2500 kledingfabrieken, 70% heeft minder dan 300 arbeiders in dienst, biedt samen met de aanverwante industrie werk aan ruim 2 miljoen mensen. Dit is een kwart van de totale werkgelegenheid in de industrie. De helft hiervan staat in de grootste stad van het land: Ho Chi Minh Stad en een derde in de hoofdstad Hanoi. Maar vanwege stijgende loonkosten vertrekken fabrieken steeds meer naar goedkopere regio's in het land. Desondanks wordt Vietnam genoemd als een alternatief voor productielanden China en Bangladesh nu deze landen onder de loep liggen.
Made in Vietnam

Vrouwen aan het werk in een kledingfabriek in Ho Chi Minh Stad ©ILO/Alan Dow - via Flickr

Made in Vietnam

De Socialistische Republiek Vietnam is een land in Zuidoost-Azië. Het langgerekte land aan de Zuid-Chinese Zee grenst aan China in het noorden en Cambodja en Laos in het westen. Tien eeuwen lang was Vietnam onderdeel van het Chinese keizerrijk. In de tiende eeuw werd het land onafhankelijk en regeerden diverse dynastieën het rijk. Vanaf het midden van de negentiende eeuw werd Vietnam gekoloniseerd door Frankrijk. Tijdens WOII werd de kolonie bezet door Japan. Communisten onder leiding van Ho Chi Minh voerden een guerrillaoorlog tegen de Japanse bezetters en het Franse koloniale gezag. Deze Eerste Indochinese Oorlog eindigde toen de Franse troepen in 1954 werden verslagen en het land in tweeën werd gehakt: communistisch noorden en een keizerrijk (later republiek) in het zuiden. Vervolgens brak de Tweede Indochinese Oorlog uit, beter bekend als de Vietnamoorlog, die pas in 1975 eindigde. In 1976 werden de twee delen herenigd en werd de Socialistische Republiek Vietnam uitgeroepen. Vanaf de vroege jaren 2000 voerde de regering economische hervormingen van de bestaande planeconomie door. Hierdoor behoort Vietnam tot de snelstgroeiende economieën van de wereld.

Feiten Vietnam

Vietnam ligt op 13000 km van Nederland
Bevolkingsaantal (2014): ruim 90 miljoen

Oppervlakte: 330.000 km2 (8x zo groot als Nederland)
Hoofdstad: Hanoi
Arbeidsplaatsen kledingindustrie: 2 miljoen
Percentage kleding in totale export (2013): 18%
Exportwaarde kleding (2013): 17,7 miljard
Percentage kledingproductie wereldmarkt (2013): ruim 2%
Minimumloon (2015): per regio verschillend: 88 – 133 per maand (1.9 – 2.7 miljoen Vietnamese đồng)
Leefbaar loon (2012): 228 (5,5 miljoen Vietnamese đồng)

Kledingindustrie

De snelgroeiende kledingindustrie in Vietnam is een van de grootste industrieën van het land. De ruim 2500 kledingfabrieken, 70% heeft minder dan 300 arbeiders in dienst, biedt samen met de aanverwante industrie werk aan ruim 2 miljoen mensen. Dit is een kwart van de totale werkgelegenheid in de industrie. De helft hiervan staat in de grootste stad van het land: Ho Chi Minh Stad en een derde in de hoofdstad Hanoi. Maar vanwege stijgende loonkosten vertrekken fabrieken steeds meer naar goedkopere regio's in het land. Desondanks wordt Vietnam genoemd als een alternatief voor productielanden China en Bangladesh nu deze landen onder de loep liggen. 

De belangrijkste exportmarkt is de Verenigde Staten waar meer dan de helft van de kleding heen gaat, daarnaast Japan (10%) en Europa: Duitsland (4%), Spanje (3%) Verenigd Koninkrijk (2%), Frankrijk (2%) en Nederland (2%).

Vietnam behoort tot de wereldtop van exporteurs van landbouwproducten als rijst, koffie en cashewnoten. Landbouw is erg belangrijk voor het land, maar de afgelopen jaren is de maakindustrie steeds belangrijker aan het worden: naast de kledingindustrie ook levensmiddelenproductie, rookwaar, chemicaliën, elektronica en schoenen. Er worden in Vietnam per jaar 800 miljoen paar schoenen gemaakt!

Lonen

'Een uur werken staat gelijk aan de prijs van een ijsje – Nguyen Thi (26) kledingarbeider in Ho Chi Min Stad

Hoewel de arbeidswet in Vietnam zegt dat het minimumloon genoeg moet zijn om in de basiskosten te voorzien, en de minimumlonen de afgelopen jaren zijn gestegen, verdienen arbeiders niet genoeg om van te leven. Volgens onderzoek van het Amerikaanse FLA betaalden 75% van de onderzochte fabrieken alleen het minimumloon uit, terwijl de rest dit minimumloon niet eens haalde. In een onderzoek van het eveneens Amerikaanse Worker Rights Consortium bleek dat het minimumloon maar een derde is van het leefbaar loon. Deze organisatie liet ook weten dat de fabrieken die het hogere minimumloon invoeren tegelijkertijd bonussen afschaffen, waardoor de arbeiders niet het bedrag krijgen waar ze recht op hebben. Ook zijn er gevallen bekend waarbij arbeiders dagelijks onbetaald eerder aanwezig moeten zijn en worden betalingen aan sociale verzekeringen niet gedaan of worden arbeiders niet voor zulke wettelijk verplichte verzekeringen aangemeld.

Werktijden en extreem overwerk


“We zijn allemaal uitgeput door het werk, maar als iemand vraagt om minder overuren wordt diegene ontslagen” – anonieme kledingarbeider

Vietnamese kledingarbeidsters maken lange dagen. Excessief overwerk vormt een groot probleem in Vietnam. In de wet staat dat er maximaal 4 uur per dag mag worden overgewerkt, maar uit verschillende onderzoeken bleek dat ruim 90% van de fabrieken zich hier niet aan houden. Meer dan 12 uur per dag werken is dus heel gewoon. In sommige gevallen zijn kledingarbeiders niet eens vier keer maand vrij: arbeiders werken zeven dagen per week zonder een moment rust. Hier komt nog bij dat veel overuren niet of niet helemaal worden betaald. 

Vakbondsvrijheid


In oktober 2012 gingen arbeiders van een fabriek waar schoenen voor Converse werden gemaakt de straat op omdat een manager de handen van een arbeider voor straf met superlijm aan elkaar had geplakt.

Vakbonden in Vietnam moeten onderdeel zijn van de Vietnamese staatsvakbond. Onafhankelijke vakbonden zijn hierdoor verboden en iedereen die toch probeert een onafhankelijke organisatie op te zetten wordt vervolgd. Hoewel er in de arbeidswet staat dat er in elk bedrijf een vakbond actief moet zijn is dat lang niet altijd het geval, vooral niet in de fabrieken in handen van buitenlandse investeerders.

Daarnaast worden de vakbonden gedomineerd door fabriekseigenaren. De vakbondsvertegenwoordigers worden namelijk door het management aangesteld en worden zo vaak gevormd door managers van de afdeling personeelszaken. Dat dit leidt tot belangenverstrengeling mag duidelijk zijn. De kledingarbeiders zelf hebben geen stem en krijgen van hun vakbondsleiders voorwaarden voorgeschoteld waar ze sowieso al recht op hebben.

Door deze praktijken vinden er in Vietnam wilde stakingen plaats die gelukkig effectief zijn in het geval van acute arbeidsrechtenschenigen. Maar arbeiders die zulke stakingen organiseren of in meedoen lopen een groot risico. Zo worden ze door het management ontslagen of op een 'zwarte lijst' gezet, in de gaten gehouden en geïntimideerd door fabrieksbeveiligers en vervolgd en opgesloten door de autoriteiten.

Veiligheid en vrouwenrechten

Vietnamese kledingarbeiders lopen op het werk grote veiligheidsrisico's. Nooduitgangen zijn op slot of geblokkeerd, brandalarm en brandoefeningen ontbreken, arbeiders krijgen geen beschermende middelen en worden onnodig blootgesteld aan chemische stoffen. Dat het gevaar reëel is bleek in 2011. Toen brak er brand uit in een sportschoenenfabriek waar 17 arbeiders omkwamen en 23 gewonden vielen.

“Ik ben echt heel moe en heb rust nodig want ik ben vier maanden zwanger. Maar ik heb geen andere keus. Ik moet al blij zijn dat ik deze baan heb gevonden, anders was ik werkloos”. – anonieme kledingarbeidster

Net als in andere kledingproducerende landen werken er vooral vrouwen in de Vietnamese kledingindustrie: 75 procent. De arbeidswet houdt hier rekening mee door bijvoorbeeld een ruime betaalde zwangerschapsverlofregeling aan te bieden van zes maanden. Werkgevers proberen hier onderuit te komen, bijvoorbeeld door in een contract op te nemen dat de arbeidster niet zwanger mag worden of door vrouwen contracten te geven die korter zijn dan die van hun mannelijke collega's. Als een arbeidster zwanger raakt wordt haar contract simpelweg niet verlengd.

Kinderarbeid en dwangarbeid

Kinderarbeid is een probleem in de Vietnamese kledingindustrie. Bij het onderzoeken van 132 kledingfabrieken door de International Labour Organisation, een agentschap van de VN, bleken in drie fabrieken kinderen te werken. Daarnaast controleerden 22 fabrieken de leeftijd van hun werknemers niet goed. Daarnaast zijn er de laatste jaren berichten dat kinderen op het platteland van hun ouders worden 'gekocht' om aan het werk te worden gezet in kleine werkplaatsen in de stad: de Vietnamese arbeidsinspectie vond in 2012 in 110 werkplaatsen werkende kinderen. Dwangarbeid is sowieso een probleem bleek uit een rapport van Human Rights Watch. Hierin bracht de mensenrechtenorganisatie naar buiten dat gevangen worden gedwongen te werken aan exportproducten, waaronder kleding, zonder daarvoor te worden betaald.